De vrouw voor mij kijkt peinzend naar de tafel. Hierop staan twaalf gekleurde poppetjes, die symbool staan voor haar sociale omgeving. We hebben eerst naar haar huidige systeem gekeken. Dit heeft zij vervolgens veranderd, zodat wat nu voor ons staat haar ‘ideale situatie’ laat zien. Sommige mensen zijn dichterbij komen staan, anderen juist verder weg of zijn zelfs helemaal uit beeld verdwenen. Bij elk poppetje ligt de naam van de persoon over wie het gaat.
Het visueel maken van je sociale systeem doet iets met mensen. Het geeft inzichten die je niet krijgt, als je er alleen maar over praat. Bewust en onbewust geef je antwoord op vragen als: wie staat waar? Op welke afstand staat iedereen ten opzichte van jou? En ten opzichte van elkaar? Sta jij aan de rand van het systeem of er middenin?
De vraag die ik net gesteld heb, is of er misschien nog een onzichtbaar verlangen is dat een grote rol speelt in deze situatie. In stilte denk ze na. Ineens licht haar gezicht op. Direct pakt ze een papiertje en tekent hier een bloemetje op. Dit legt ze zonder twijfel in het midden van haar sociale systeem. Met een lach zegt ze: ‘Deze staat voor het mogen kiezen voor mijzelf.’
En hiermee heeft zij haar grootste leerproces van de afgelopen tijd in één keer zichtbaar gemaakt.