Pas las ik een artikel van Peter Gerrickens over bezieling en persoonlijkheid. Hierbij gaat hij ervan uit dat persoonlijkheid uit drie aspecten bestaat: het denken, het voelen en het lichaam. In zijn verhaal vertelt hij over een prachtige metafoor.
Dit verhaal beschrijft de mens als een koets die op reis is. De koets is het voertuig, het lichaam. Voor de koets zijn paarden gespannen, het voelen. Op de bok zit een koetsier, het denken. En in de koets zit de reiziger, de ziel. Deze alleen kent de bestemming en vertelt aan de koetsier waar hij naartoe wil.
Maar wat nou, als angsten overheersen en de koetsier zo bang is voor de tocht dat hij het heft in eigen handen neemt?
Wat nou, als er fysieke klachten komen die genegeerd worden en de koets gammel raakt?
Wat nou, als er een emotionele blokkade is en de paarden dienst weigeren?
De koetsier, het denken, is in onze maatschappij het meest op de voorgrond. Niet gek ook, als je bedenkt dat het lijkt alsof hij alle touwtjes in handen heeft. Maar een goede koetsier kan niet zonder zijn soepel rennende paarden, zonder een goed onderhouden koets en zonder de duidelijke sturing van de reiziger. Dan pas kan hij zijn bestemming bereiken.
We zijn niet slechts één onderdeel. Wij zijn alles, de hele koets die op reis is.