De tranen rollen over haar wangen en de boosheid klinkt door in haar stem. Na een korte stilte zegt ze het nog een keer: ‘Ik vind het zo oneerlijk!’ Ze heeft het over het leven. En over de onvervulde elementaire behoefte die ze heeft.
Ik ben trots op haar. Trots dat ze uitspreekt wat al zo lang onder de oppervlakte broeit. Juist deze boosheid laten we er vaak niet zijn. Alles is tenslotte maakbaar, toch? Dat zou betekenen dat als iets niet lukt, jij dat aan jezelf te wijten hebt en boosheid niet op zijn plek is.
Voor sommige dingen klopt dit. En voor heel veel andere dingen niet. Het leven is namelijk niet maakbaar en al zeker niet ‘eerlijk’. Daar is dus niets aan te doen. Waar wel iets aan te doen is, is aan het erkennen van de emoties die daarmee gepaard gaan: verdriet, boosheid, schaamte. Die mogen er zijn. Makkelijk zijn ze vaak niet, maar ze hebben wel een functie. Ze laten zien wat belangrijk voor jou is, waar jouw grenzen liggen of wat jouw behoeften zijn.
Het erkennen van deze emoties verandert de situatie niet, maar wel jouw beleving ervan. Het geeft je ruimte en ontspanning en die heb je hard nodig. Het leven is namelijk lang niet altijd eerlijk.